Compost maken kan je leren
Want wat is er lekkerder en milieuvriendelijker dan eten uit eigen tuin, waarvoor je zelf je handen vies hebt gemaakt en met veel liefde (en moeite) een mooi boerenkoolbed hebt gekweekt? Onontbeerlijk voor een gezonde moestuin is de bemesting. Dat wil je natuurlijk zo milieuvriendelijk mogelijk doen.
Een aardig gedeelte van je G.F.T. kan je kwijt in een wormentoren, maar voor het grotere werk biedt de composthoop een uitkomst. Compost maken lijkt vrij eenvoudig te maken: je gooit je GFT-resten op een bult en wacht tot het zover vergaan is dat je de dampende drek onder de grond kunt spitten. Dacht je. Na enkele maanden kom je erachter dat het vooral een stinkende hoop blubber is geworden, die alleen maar vliegen en mieren aantrekt. Helaas komt er iets meer bij kijken en is niet iedere halfvergane stof geschikt. Daarom deze kleine toelichting.
Wat is een composthoop?
Een composthoop of -bak is een opstapeling van organisch materiaal dat dankzij microbiologische processen langzaam inteert. Zo blijven gezonde voedingsstoffen over, die je kunt verspreiden over je tuin, als gezonde voedingsbodem voor je planten. Werd een composthoop vroeger gewoon achterop het land of in de volkstuin gemaakt, tegenwoordig zijn er verschillende compostbakken van kunststof verkrijgbaar. Daarmee hou je de compostbult uit het zicht, de geur beperkt het verteringsproces onder controle. Ook voorkomt het dat het organische materiaal uitdroogt. Wel dien men rekening te houden dat de bodem van de compostbak de grond raakt zodat wormen en andere beestjes vrij in en uit kunnen lopen om mee te helpen met het proces.
Hoe het werkt: Compostering en de beestjessauna
Allerhande beestjes, schimmels, bacteriën en wormen eten de verschillende materialen langzaam op. Samen helpen ze mee om compost te maken. Daarbij scheiden ze gassen en warmte uit en produceren gezonde meststoffen. Die zijn op hun beurt weer heel geschikt als voedingsmateriaal voor de planten, die mineralen en voedingsstoffen nodig hebben om te groeien. Voor een open compostbult geldt: hoe groter hoe beter ( minimaal 1 meter doorsnee). Want als de bult blootstaat aan de open lucht, droogt het te snel uit en koelt het teveel af. Met een compostbak heb je daar minder last van maar ook hier geld hoe groter het compostbak hoe makkelijker het proces gaat. Bacteriën en schimmels hebben het graag warm en vochtig. Een goede compostbult is als het ware een sauna voor micro-organismen. De temperatuur in de bult kan soms oplopen tot wel 70 °C! Vandaar dat het zo dampt.
Wat mag er wel en niet in de compostbak?
Wat mag er wel of juist niet op de composthoop
Eigenlijk mag iedere plantaardige stof bij in de composthoop. Hoe gevarieerder, hoe beter, want dan krijg je compost die voor meerdere doeleinden geschikt is. Het pas gemaaide gras, groente-, fruit- en tuinafval, kleine takken, heggensnoeisel, onkruid, eierschalen… als het maar onbewerkt en onbespoten is. Ook koffiefilters en theezakjes kunnen erbij ( houd rekening met micro plastic is sommige theezakjes en koffiefilters). Houd je grotere stukken of de bladstam van een bloemkool of rode kool over, snijd ze dan kleiner. Dat versnelt het verteringsproces, omdat de bacteriën het materiaal dan van meerdere kanten kan “aanvallen”. Dode bladeren kunnen erg droog worden. Hoewel ze uitstekend in je compostbult passen, zul je toch even in de gaten moeten houden of de bult niet uitdroogt.
Kookresten zoals uitgekookte spinazie kunnen er wel tussen, maar alleen als je het goed verspreidt. Te natte groenten kunnen op den duur een viezige brij gaan vormen, waar nauwelijks nuttige voedingsstoffen in zitten. Probeer gezouten of gekruide groenten en vettige resten te vermijden. Die zorgen namelijk voor verzuring van de compostbult en dat kan nadelig zijn voor je uiteindelijke moestuin. Ook zijn jus, vet en vleesresten niet handig. Naast dat ze gaan stinken en te traag ontbinden, leveren ze geen goede stoffen op. En trekken ze ratten en ander ongedierte aan.
Een korte samenvatting is eigenlijk: alles wat plantaardig en onbewerkt is.
Lijst van geschikte materialen om compost te maken
-
Groenteafval (rauw en onbewerkt)
-
Fruit en schillen
-
Doppen van pinda’s en andere noten
-
Koffiefilters, koffiedik (Let op of er geen plastic inzit)
-
theezakjes (Let op of er geen plastic inzit)
-
Gemaaid gras
-
Heggensnoeisel
-
Bladeren
-
Kleinere takken
-
Onkruid
-
Dode en verlepte bloemen en planten
-
Eierschalen
-
Kippen-, duiven- en konijnenmest
-
Stro, zaagsel
-
Potgrond, turf
De composthoop opbouwen
Werk je in de open lucht, dan is het handig om goed na te denken over de plaatsing van je composthoop. Waar moet -ie komen? Onder een afdak is niet handig, omdat er dan te weinig vocht en regen inkomt. Maar helemaal in de open lucht is ook niet verstandig, omdat er dan te veel regen in kan komen en de voedingsstoffen eruit spoelen. Ergens half onder een boom of haag is een mooie plek.
Dan de indeling van je composthoop. Hou je het bij een gewone bult of ga je voor een bak, kuil of compostvat? Wat je ook kiest, het makkelijkst is om te zorgen voor wanden die de compostbult beschutten. Zo voorkom je warmte- en vochtverlies.
Stap 1: lagen maken
Begin met ruwere materialen als takjes en bladeren (bruin materiaal). Dat zorgt namelijk dat de lucht er ook onderin beter tussen kan en dat vinden de schimmels en bacteriën wel zo prettig. Meng daar de wat lichtere materialen doorheen, zoals gemaaid gras en snoeisel. Daar kunnen de GFT-resten bovenop. Blijf zorgen voor afwisseling en dat de compostbult goed kan luchten.
Stap 2: bedekken
Staat de winter voor de deur, dan kun je op een open composthoop een laag bladeren leggen als warme mantel. Onthoud dat composteerprocessen het beste werken bij 70 °C en dat een compostbak of -ton meer warmte vasthoudt dan een losse bult op de grond. Op zich ook niet zo erg, want ’s winters groeit er toch niets en hoef je niets met je compost te doen. Maar hoewel regen misschien minder gunstig is, kan een laag sneeuw helemaal geen kwaad. Vraag de noordpoolbewoners maar hoe goed het warmte vasthoudt. Als het smelt is het meteen weer goed voor de vochtigheid.
Stap 3: natmaken
Kijk maandelijks of je compost nog nat genoeg is. Het hoeft niet drijfnat te zijn, een beetje vocht is genoeg. Een vochtig klimaat is gunstig voor bacteriën en schimmels. Vind je het aan de droge kant, dan doen een paar minuten met de tuinslang wonderen. Is het te nat, dan kun je het een tijdje afdekken met een zeil voor een nieuwe regen bui.
Stap 4: omscheppen
Als je een maand of twee verder bent, wordt het tijd om te gaan doorluchten. Zo zorg je dat oud compostmateriaal vermengd raakt met nieuw, zodat de bult homogener composteert. Bij sommige compostbakken wordt een beluchtingshaak geleverd. Een soort pook met een weerhaak die je tot op de bodem kunt duwen en weer terughalen, zodat de onderste en bovenste lagen gemengd worden.
Stap 5: wachten
Laat de bacteriën, schimmels en de wormen het werk doen. Dan kun je je ondertussen bedenken wat je dit jaar allemaal gaat planten in je moestuin.
Na compost maken komt Compost gebruiken
Het voorjaar staat voor de deur! Tijd om te bemesten! Compost kan je mengen met wormenmest, lavameel en guano. Zo ben je geen kunstmest meer nodig. Is het tijd om je compost te verspreiden, zorg dan dat je een beetje compost overhoudt. De oude compost zit vol bacteriën, schimmels en wormen die weer aan de slag kunnen en weer als bodem dienen voor je volgende lichting nieuwe compost.
Paardenmest verwerken met wormen
Mest van dieren kunnen de wormen ook prima verwerken. Bij paarden is het belangrijk dat wanneer er gebruik is gemaakt van een wormenkuur (medicatie) dat er minstens een week wordt gewacht voordat de mest wordt gebruikt voor wormen. Het is sowieso niet aan te raden om verse mest te gebruiken vanwege o.a. de aanwezige ammoniak. Het voor-composteren of enige tijd laten liggen van de mest maakt het voor de wormen een stuk aangenamer.
Wanneer de mest wordt gebuikt voor de wormen dan is het altijd mogelijk om ook andere organische producten er doorheen te mengen voor een beter resultaat.
Hoeveel kilo wormen ben ik nodig?
Hoeveel kilo wormen er precies nodig zijn om een m3 mest te verwerken is lastig om hier een exacte aantal kilo’s aan te hangen. Wat belangrijk is dat wanneer er met wormen gewerkt wordt, dat de wormen altijd ergens heen kunnen waar het veilig is. Wanneer er gezorgd wordt dat de wormen zelf naar het nieuwe mest kunnen kruipen zijn de gevaren al getackeld. Het langzaam aanvullen van de compostbult heeft dan ook de voorkuur.
Waar zet ik de wormen uit?
De wormen kan je uitzetten bijvoorbeeld boven op de bult. Schuif het droge organische materiaal aan de kan en leg de wormen met de meegeleverde grond op de mestbult/ composthoop.
Wanneer je begint met een grote bult dan kan het zijn dat het te veel gaat composteren. Het risico bestaat dat het te heet wordt en de wormen wegjaagt of levend kookt.
Laat de bult niet uitdrogen. Wanneer de bult te droog wordt stokt het proces en gaan de wormen dieper de bult in of in extreme gevallen, verdwijnen de wormen via de bodem de tuin in. De ideale vochtigheidsgraad is zoals een uit gewrongen spons. In extreme tijden van regen kan het slim zijn de bult tijdelijk af te dekken.
Het meest ideale is om de bult het hele jaar te voorzien van nieuw materiaal en de bult nooit in 1 keer te oogsten. Op deze manier is er altijd een plek voor de wormen om door te gaan met het nieuwe materiaal. Dat scheel elk jaar weer wormen kopen.
Momenteel is 5 kg wormen op 1 m3 het advies. Mocht je het te langzaam vinden gaan dan kan je altijd later meer wormen toevoegen.
Veel plezier met je composthoop! Heb je een opmerking of aanvulling laat een reactie achter.